Vrijheid van meningsuiting versus het geheimhoudingsbeding


Zowel bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst, als bij de beëindiging (in de vaststellingsovereenkomst) ervan wordt een geheimhoudingsbeding overeengekomen. Echter maakt een dergelijk beding nu dat er ten aanzien van de werkgever geen vrijheid van meningsuiting meer geldt?
 
Op Facebook en in een radio-interview met Giel Beelen, kondigt een ex-werknemer van Holland Casino zijn boek aan. Een boek over sollicitatieprocedures, tafelspelen, sex, vriendjespolitiek, witwassen, de reorganisatie, maar ook gasten en medewerkers bij en van zijn ex-werkgever.
 Holland Casino krijgt lucht van bovenstaande en vordert inzage in het boek. Vervolgens vordert zij in turbo spoedappel nakoming van het geheimhoudingsbeding middels een publicatieverbod.
 
Hoe verhoudt zich nu in deze casus de vrijheid van meningsuiting ten opzichte van het overeengekomen geheimhoudingsbeding?
 De ex-werknemer is bij arbeidsovereenkomst en bij vaststellingsovereenkomst een geheimhoudingsbeding overeengekomen. Echter houdt dit beding dan vervolgens in dat de vrijheid van meningsuiting wordt beperkt? En zo ja, tot hoeverre wordt dit dan beperkt?
 
Volgens het Gerechtshof Den Haag is met het ondertekenen van het geheimhoudingsbeding geen afstand van het recht op vrije meningsuiting gedaan. Volgens het hof is ondertekening van het beding niet meer dan een bevestiging van hetgeen reeds uit goed werknemerschap volgt en kan dus niet worden gezien als een afstand van recht.
 
Het recht van vrijheid van meningsuiting kan volgens het hof alleen worden beperkt indien het aannemelijk is dat de in het geheimhoudingsbeding gewaarborgde veiligheids- en privacybelangen zullen worden geschonden. Dit is in deze niet aan de orde.
 
Het hof stelt vervolgens dat beperking van het recht op vrije meningsuiting dus gerechtvaardigd kan zijn ter handhaving van een geheimhoudingsbeding, maar in dit geval gaat het wel om een bijzondere beperking, nu de vordering strekt tot voorkoming van een publicatie. Op grond van artikel 10 EVRM dient er een stringente noodzakelijkheids- en evenredigheidstoets plaats te vinden.
 Wat houdt dit nu in?
 Dit houdt in dat er met een hoge mate van zekerheid moet worden aangenomen dat de ex-werknemer het geheimhoudingsbeding dreigt te overtreden. Het bericht van ex-werknemer op Facebook – inhoudende dat hij een boek gaat publiceren – is onvoldoende aanwijzing dat er in het boek daadwerkelijk mededelingen staan die onder het geheimhoudingsbeding vallen en meer in het bijzonder veiligheids- of privacybelangen zullen schaden.
 
Bovenstaande maakt uiteraard niet dat het geheimhoudingsbeding in zijn algemeen geen kracht heeft, c.q. een wassen neus is. Het heeft zeker een toegevoegde waarde en werkt effectief bij het beschermen van uw bedrijfsinformatie en bedrijfsgeheimen. Echter het beding maakt niet dat de (ex-)werknemer daarmee automatisch afstand doet van zijn vrijheid van meningsuiting!
 
Het samenstellen van een arbeidsovereenkomst blijft maatwerk, echter het opnemen van een geheimhoudingsbeding blijft wat mij betreft standaard aanbevolen.
 
 

Bekijk het nieuwsoverzicht