Uitsluiting AOW’ers van transitievergoeding geen verboden onderscheid naar leeftijd


Foto bij Uitsluiting AOW’ers van transitievergoeding geen verboden onderscheid naar leeftijd

Geen transitievergoeding bij AOW, wel of geen leeftijdsdiscriminatie?
Op 12 juli jl. werd met de publicatie van de uitspraak Rechtbank Midden Nederland bekend dat deze rechtbank voornemens is prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad, inhoudende onder meer of artikel 7:673 lid 7 aanhef en onder b BW in strijd is met richtlijn 2000/78 EG.
In onze nieuwsupdate 'Transitievergoeding en de AOW-gerechtigde werknemer' hebben we uitgebreid bij stilgestaan bij deze prejudiciële vragen.

Antwoord Hoge Raad
Op 20 april jl. heeft de Hoge Raad haar antwoorden gepubliceerd op door de kantonrechter gestelde prejudiciële vragen. Kort en concreet komt het er op neer dat het uitsluiten van AOW-gerechtigden van de transitievergoeding geen verboden leeftijdsdiscriminatie oplevert en dat geen individuele toetsing vereist is.

Bij de beantwoording van de prejudiciële vragen maakt de Hoge Raad onderscheid tussen werknemers die bij het einde van de arbeidsovereenkomst de AOW-leeftijd of een hogere leeftijd hebben bereikt en werknemers voor wie een lagere ontslagleeftijd geldt. Onderhavige uitspraak geldt alleen voor de eerste groep.

Met de uitsluiting van AOW-gerechtigden van de transitievergoeding wordt wel direct onderscheid naar leeftijd gemaakt, echter aan dit onderscheid ligt een legitiem doel ten grondslag namelijk dat de vergoeding alleen toekomt aan personen die zijn aangewezen op het verrichten van arbeid om in hun levensonderhoud te voorzien.

Mede tegen de achtergrond van het doel van de Wwz om ontslag voor werkgevers minder kostbaar te maken, moet dit doel legitiem worden geacht in de zin van art. 6 lid 1 Richtlijn 2000/78. De uitsluiting is geschikt om dit doel te bereiken en gaat niet verder dan noodzakelijk is. Het feit dat sommige werknemers geen volledige AOW-uitkering hebben opgebouwd, maakt de uitsluiting niet onevenredig, nu deze werknemers, onder voorwaarden, een beroep kunnen doen op een inkomensvoorziening voor ouderen en de wetgever het belang van de werkgever mocht meewegen om niet belast te worden met de financiële gevolgen van een onvolledige AOW-uitkering.

Een individuele toets strookt niet met de doelstelling van de Wwz om het ontslagrecht eenvoudiger, sneller en minder kostbaar te maken en wordt ook niet vereist door het Europese rechter.

Vragen
Mocht u naar aanleiding van de antwoorden van de Hoge Raad vragen hebben, dan staan we u uiteraard graag te woord.

Bekijk het nieuwsoverzicht