Oordeel bedrijfsarts leidend?


Foto bij Oordeel bedrijfsarts leidend?

Wordt het oordeel van de bedrijfsarts leidend?
Op 1 oktober jl. is een wetswijziging aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze wetswijziging biedt de werkgevers meer zekerheid over de loondoorbetalingsverplichting bij zieke werknemers. Blijkens deze wetswijziging wordt vanaf 1 september 2021 het medisch advies van de bedrijfsarts leidend bij de toets op het re-integratieverslag (RIV-toets) door UWV. Hierdoor zijn loonsancties op basis van medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en verzekeringsarts niet meer mogelijk.

Op het moment dat een werknemer arbeidsongeschikt is heeft de werkgever de verplichting om gedurende een periode van (in beginsel) maximaal 104 weken het loon door te betalen. Bij wet is bepaald dat dit minimaal 70% bedraagt (1e 52 weken minimaal het wettelijk minimum loon), doch de praktijk laat zien dat veelal werkgevers een hoger percentage loon door betalen. Daarnaast geldt een re-integratieplicht om werknemers weer terug aan het werk te krijgen. Deze verplichtingen vormen voor veel kleine ondernemers een drempel om werknemers aan te nemen. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en werkgeversorganisaties hebben daarom afspraken gemaakt die het makkelijker, duidelijker en goedkoper maken om loon door te betalen bij ziekte.

Verschil van inzicht verzekeringsarts en bedrijfsarts tot het verleden
Onderdeel van de afspraken is dat dat het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend wordt bij de toets op de re-integratie inspanningen (RIV-toets) door UWV. Wel behouden de werknemers de mogelijkheid van een second opinion door een andere bedrijfsarts of een deskundigenoordeel van UWV. De arbeidsdeskundige van UWV beoordeelt of werkgever en werknemer de re-integratie-inspanningen hebben gepleegd die passend zijn bij het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer. De verzekeringsarts zal dit advies niet langer beoordelen. Werkgevers lopen hiermee niet meer tegen loonsancties aan als gevolg van een medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en de verzekeringsarts.

Op de site van de Rijksoverheid vind je nadere stukken die zien op dit wetsvoorstel, waaronder het voorstel zelf inclusief de memorie van toelichting RIV toets UWV door arbeidsdeskundigen.

Lastenverlichting kleine bedrijven
Daarnaast is in een wetsvoorstel dat begin september 2020 aan de Tweede Kamer is aangeboden, geregeld dat per 1 januari 2022 de Aof-premie gedifferentieerd wordt naar grootte van de werkgever. Het kabinet stelt in totaal €450 miljoen per jaar beschikbaar voor deze tegemoetkoming aan kleine werkgevers voor de kosten van loondoorbetaling en ziekte. Kleine werkgevers krijgen – blijkens dit wetsvoorstel - éénmalig een extra verlaging van hun Aof-tarief van €300 miljoen in 2022 en €150 miljoen in 2023 bovenop de jaarlijkse €450 miljoen.

Heeft u aanvullende vragen? Neemt u gerust contact met ons op.

Bekijk het nieuwsoverzicht