Het afspiegelingsbeginsel en de AOW-gerechtigde werknemer


Collectief ontslag en het afspiegelingsbeginsel
Met ingang van 1 april aanstaande wordt het afspiegelingsbeginsel gewijzigd indien er sprake is van een collectief ontslag wegens bedrijfseconomische redenen. De wijziging heeft directe gevolgen voor de AOW-gerechtigde werknemer en daarmee ook voor de uitkomst van het afspiegelingsbeginsel zoals dat alsdan door de werkgever toegepast moet worden.

Huidige situatie
Er is sprake van een collectief ontslag indien 20 of meer werknemers tegelijkertijd hun ontslag krijgen. De werkgever dient zich dan te houden aan de wettelijke regels voor collectief ontslag en moet het afspiegelingsbeginsel toepassen. Kort gezegd houdt dit in dat als eerst de werkzaamheden van uitzendkrachten, gedetacheerde en ingeleende werknemers beëindigd dienen te worden. Alsdan moet bekeken worden welke arbeidsovereenkomst binnen een tijdsverloop van 26 weken van rechtswege eindigen en indien de totale noodzakelijke krimp hiermee niet wordt bereikt, wordt het afspiegelingsbeginsel toegepast. Middels het afspiegelingsbeginsel wordt bepaald welke werknemer als eerste voor ontslag in aanmerking komt. De werknemers met vergelijkbare (uitwisselbare) functies worden ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen: van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder.
Per leeftijdsgroep komen de werknemers met het kortste dienstverband in aanmerking voor ontslag. Het afspiegelingsbeginsel zorgt ervoor dat de voor ontslag in aanmerking te brengen werknemers op een dusdanige manier wordt verdeeld over de leeftijdsgroepen dat de verhoudingen op het werk ook na de ontslagronde zoveel mogelijk gelijk blijven.

Nieuwe situatie
Vanaf 1 april 2014 wijzigen de uitgangspunten en worden de AOW-gerechtigde werknemers als eerst voor ontslag in aanmerking gebracht. Deze wijziging voorkomt dat een werknemer van 55 jaar of ouder ontslagen kan worden, terwijl zijn collega met een AOW-uitkering mag blijven. Pas als alle werknemers die recht hebben op een AOW-uitkering zijn ontslagen, komen de overige werknemers in aanmerking voor ontslag middels het afspiegelingsbeginsel. Op het moment dat er meer AOW-gerechtigde werknemers zijn dan dat er arbeidsplaatsen vervallen, dan wordt op deze groep het last-in-first-out principe toegepast. Dit houdt in dat de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag in aanmerking komt. Is deze wijziging eerlijk tegenover de AOW-gerechtigde werknemers? Of is hierdoor sprake van leeftijdsdiscriminatie? Dit is wat de wetgever hierover zegt.
 

Reden tot wijziging
Volgens de wetgever zijn AOW-gerechtigde werknemers niet langer afhankelijk van loon uit arbeid, zij ontvangen immers een uitkering op basis van de AOW. In veel gevallen blijkt dat deze werknemers een lang dienstverband hebben met de werkgever, zij komen daarom vaak niet voor ontslag in aanmerking als het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast. Het is volgens de wetgever niet wenselijk dat werknemers die voor hun inkomen afhankelijk zijn van loon uit arbeid bij een reorganisatie worden ontslagen, terwijl werknemers die recht hebben op AOW mogen blijven werken.

Mocht u naar aanleiding van bovenstaande aanvullende vragen hebben, laat u het ons dan weten. Graag staan wij u te woord.

 

Bekijk het nieuwsoverzicht