Wet Werk en Zekerheid: aangenomen!


Zoals u in onze voorgaande berichtgeving heeft kunnen lezen, hebben zich de afgelopen maanden aanzienbare ontwikkelingen voorgedaan op het gebied van het voorstel tot invoering van de Wet Werk en Zekerheid. Op 10 juni jl. was de kogel door de kerk: de wet Werk en Zekerheid is aangenomen! In navolgende kunt u lezen wat dit in hoofdlijnen concreet gaat betekenen.

Per 1 januari 2015 is een proeftijd in een contract van zes maanden of minder niet langer geldig. Daarnaast zal een concurrentiebeding in een tijdelijk contract niet meer toegestaan zijn, tenzij uit een schriftelijke motivering blijkt dat het beding noodzakelijk is wegens zwaarwegende bedrijfsbelangen. Ook dient de werkgever vanaf 1 januari 2015 bij tijdelijke contracten met een duur van zes maanden of langer de werknemer uiterlijk één maand voor de einddatum mee te delen of het contract al dan niet wordt verlengd en zo ja, onder welke voorwaarden (de zogenoemde aanzegtermijn).

Per 1 juli 2015 krijgen werknemers met een tijdelijk contract niet na drie jaar, maar al na twee jaar recht op een vast contract. Dit met het oog op het voorkomen dat werknemers te lang en tegen hun zin op opeenvolgende tijdelijke contracten voor dezelfde werkgever werken. De tussenpoos waarbinnen contracten als opeenvolgend worden gezien, wordt verlengd van drie naar zes maanden. Deze regeling is ingevoerd om draaideurconstructies tegen te gaan.

Per 1 juli 2015 bestaat er nog slechts één vaste ontslagroute: ontslag om bedrijfseconomische redenen en ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid gaan altijd via het UWV en ontslag om ‘persoonlijke’ redenen gaat via de kantonrechter. De ontslagaanvragen dienen bij het UWV binnen vier weken te worden afgehandeld. Bij de kantonrechter dient de behandeling van het verzoekschrift, binnen vier weken na indiening te starten.

Per 1 juli 2015 krijgen alle werknemers recht op de transitievergoeding, indien zij tenminste 2 jaar in dienst zijn geweest. Voor kleine bedrijven komt een overgangstermijn, zij mogen tot het jaar 2020 een lagere transitievergoeding betalen als zij personeel gedwongen moeten ontslaan vanwege een slechte financiële situatie. De transitievergoeding beslaat maximaal het bedrag van € 75.000, en maximaal een jaarsalaris voor mensen die meer verdienen dan € 75.000 per jaar.

Er hoeft geen transitievergoeding te worden betaald indien:

  • Het ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer;
  • De werknemer is jonger dan 18 jaar en verricht werkzaamheden voor gemiddeld 12 uur of minder per week;
  • De arbeidsovereenkomst eindigt na het bereiken van de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd;
  • Er sprake is van surseance van betaling, faillissement of schuldsanering van de werkgever.

Daarnaast krijgen werknemers twee weken bedenktijd bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst en wordt de scholingsplicht voor de werkgever geïntroduceerd.

Per 1 januari 2016 tot 2019 wordt de maximale duur van de door de overheid betaalde WW-uitkering stapje voor stapje teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Bij cao kunnen partijen besluiten de duur van de uitkering (en daarmee de financiering) te verlengen.

Van mensen die langer dan een half jaar in de WW zitten, wordt verwacht dat ze al het beschikbare werk aanvaarden. Als mensen dan minder loon krijgen dan de WW-uitkering bedraagt, wordt dat bedrag aangevuld vanuit de WW, zodat werken vanuit de WW altijd loont.

Uit voorgaande kunt u opmaken dat er een hoop veranderingen plaats zullen gaan vinden. Graag begeleiden wij u op de arbeidsrechtelijke weg naar het aanpassen van uw bedrijfsvoering naar de nieuwe wetgeving.

Bekijk het nieuwsoverzicht