Fysiek contact op de werkvloer: ‘Dat verdient een schouderklopje!’


Een bekend verschijnsel, het geven van een schouderklopje op de werkvloer naar aanleiding van positieve gedragingen, prestaties et cetera.
Wat als een dergelijk wel gemeend schouderklopje echter leidt tot een rugwervelfractuur? Is de zorgplicht van de werkgever in het geding? Het navolgende speelde in deze zaak:

Feiten/beoordeling
Na een vriendschappelijke schouderklop van een collega valt een gehandicapte werknemer tegen een glazen kast en loopt een rugwervelfractuur op. Nadat werknemer na de val in het kader van re-integratie zijn werkzaamheden op halve kracht enige tijd had hervat, is hij volledig uitgevallen. Werknemer stelt vervolgens zijn werkgever aansprakelijk voor de schade die hij door toedoen van de schouderklop heeft geleden.

De werknemer stelt zich op het standpunt dat de werkgever niet aan haar zorgplicht krachtens artikel 7:658 BW heeft voldaan. Volgens werknemer had werkgever een gedragsregel moeten ontwikkelen, die ertoe strekt dat aanwezigen op het werk zich dienen te onthouden van fysiek contact en op de correcte naleving daarvan moeten toezien. Nu werkgever reeds beschikt over op schrift gestelde gedetailleerde gedragsregels, had zeker van haar mogen worden verwacht dat zij in dat verband een dergelijke gedragsregel zou hebben opgenomen.

Daarnaast stelt werknemer dat het nalaten van werkgever een schending oplevert van artikel 8 EVRM, omdat het in deze bepaling besloten liggende recht op het respect voor het privéleven van een persoon mede omvat de fysieke integriteit van deze persoon.

Beslissing
Met de kantonrechter is het Hof van oordeel dat de in artikel 7:658 BW neergelegde zorgplicht redelijkerwijs niet zo strekt dat werkgever instructies had moeten geven die lichamelijk contact zoals een schouderklop als de onderhavige verbieden. Uit de enkele omstandigheid dat werkgever op ander gebied gedetailleerde gedragsregels op schrift heeft vastgelegd vloeit niet zonder meer voort dat zij een verbod had moeten uitvaardigen zoals werknemer dat bepleit.

Ten opzichte van het ingenomen standpunt dat er sprake is van schending van artikel 8 EVRM volgt het Hof werknemer niet. Een vriendschappelijke schouderklop als die welke hier aan de orde is kan niet worden gezien als een schending van de fysieke integriteit die door genoemde verdragsbepaling wordt bestreken, zodat werkgever een dergelijke handeling ook tegen de achtergrond daarvan niet had behoeven te verbieden, nog daargelaten of een dergelijk verbod een impulsieve gedraging als die van collega zou hebben voorkomen. De Hof wees de vordering van werknemer af.

Is een dergelijke wijze van het vastleggen van huis-/bedrijfsregels bij u onbekend? Heeft u binnen uw organisatie "regels" vastgelegd omtrent fysiek contact? 
Wij adviseren u graag.

Bekijk het nieuwsoverzicht