Ontslag op staande voet en de billijke vergoeding


Foto bij Ontslag op staande voet en de billijke vergoeding

Ontslag op staande voet
Wij hoeven u naar verwachting niet nader toe te lichten dat voor een ontslag op staande voet strenge formele en inhoudelijke eisen gelden, dit vanwege het ontbreken van ontslagbescherming aan de zijde van de betreffende werknemer. Indien u overgaat tot ontslag op staande voet, is de werknemer direct zijn bron van inkomsten kwijt en zal hij naar verwachting ook geen werkloosheidsuitkering van het UWV ontvangen in verband met verwijtbare werkloosheid. De kans dat de werknemer gaat procederen is erg groot.

Indien de werknemer gaat procederen kan hij er voor kiezen om de rechter te verzoeken de opzegging te vernietigen, hetgeen bij toekenning van het verzoek zal betekenen dat de werknemer in dienst blijft en u het loon moet doorbetalen.

Onregelmatige opzegging
De werknemer kan er ook voor kiezen om zich te berusten in het ontslag en de rechter te verzoeken te oordelen dat er sprake is van een onregelmatige opzegging en hem daarnaast een billijke vergoeding toe te kennen (naast een eventuele transitievergoeding).
Maar wat houdt dit dan in?

In een recente uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant kwam de kantonrechter tot het oordeel dat het ontslag op staande voet onterecht was en dat er daarom sprake was van een opzegging van de arbeidsovereenkomst zonder terecht aangevoerde dringende reden wat schadeplichtigheid aan de kant van de werkgever opleverde. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een zogenoemde onregelmatige opzegging. Op grond van artikel 7:677 lid 4 BW is de werkgever, nu in deze casus de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet tussentijds opzegbaar was, aan werkneemster een vergoeding verschuldigd, gelijk aan het bedrag van het loon over de periode van 1 september 2016 tot en met 28 februari 2017.

Billijke vergoeding
En dan de billijke vergoeding.
Uit artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW volgt dat de kantonrechter op verzoek van de werknemer een billijke vergoeding kan toekennen, indien de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Blijkens bovenstaande uitspraak is een ontslag op staande voet dat niet rechtsgeldig wordt geacht als zodanig al ernstig verwijtbaar, omdat dan is opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Omdat in deze casus al door de kantonrechter is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, wordt ook het verzoek om toekenning van een billijke vergoeding toegewezen. In dit geval een bedrag van 5.000 EUR terwijl de werkneemster feitelijk nog geen dag had gewerkt.

Belangrijk is om tijdig advies in te winnen op het moment dat u neigt naar een ontslag op staande voet.
Is er daadwerkelijk sprake van een dringende reden in zin en betekenis van het BW en wat zijn de risico’s die u als werkgever in deze neemt.
Tijdig, juist en volledig handelen is een must.

Graag adviseren wij u uiteraard nader.

 

Bekijk het nieuwsoverzicht