Inzetbaarheidskosten en de transitievergoeding


Foto bij Inzetbaarheidskosten en de transitievergoeding

Inzetbaarheidskosten en de transitievergoeding.
Met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid kennen we de transitievergoeding en ook de (beperkte) mogelijkheid om inzetbaarheidskosten in mindering te brengen op deze vergoeding. Op 19 juni jl. heeft de kantonrechter te Enschede criteria geformuleerd waaraan een opleiding in de zin van artikel 4 ‘Besluit Voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding’ moet voldoen.
Graag neem ik u in hoofdlijnen mee in deze uitspraak.

Werkgever, een Stichting die blijkens de KvK ten doel heeft: 'Bedrijfsopleiding en -training en terbeschikkingstelling van arbeidskrachten.', heeft met werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur gesloten, waarbij één van de uitgangspunten is dat werknemer deelneemt aan een door werkgever ontwikkelt managementontwikkelingsproject. Gedurende dit dienstverband heeft werknemer verschillende cursussen, workshops en trainingen gevolgd. Werkgever wil de kosten in mindering brengen op de transitievergoeding, hetgeen de werknemer juist niet wil.
De vraag die (als eerste) beantwoord moet worden volgens de kantonrechter is of het in deze gaat om inzetbaarheidskosten zoals bedoeld in artikel 7:673 lid 6 BW.


Inzetbaarheidskosten
In artikel 7:673 lid 6 sub b BW is bepaald dat onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur  te bepalen voorwaarden op de transitievergoeding in mindering kunnen worden gebracht kosten verband houdende met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer die tijdens de arbeidsovereenkomst zijn gemaakt.

De kantonrechter kijkt in deze allereerst in de parlementaire geschiedenis om helder te krijgen wat er wordt bedoeld met inzetbaarheidskosten. Blijkens de parlementaire geschiedenis gaat het dan om kosten die zien op bredere inzetbaarheid op de arbeidsmarkt na beëindiging van het dienstverband met werkgever en gaat het niet om kennis en/of vaardigheden die in de functie die werknemer bij werkgever uitoefent 'van waarde' zijn.

Vervolgens kijkt de kantonrechter ook naar het begrip inzetbaarheidskosten zoals bepaald in de Nota van Toelichting, waarin het begrip (verder) wordt uitgebreid. In de Nota van Toelichting is namelijk opgenomen dat ook kosten voor een duale opleiding (BBL of in het hoger en wetenschappelijk onderwijs) onder de inzetbaarheidskosten vallen. Daarnaast kunnen ook de kosten ten behoeve van andere opleidingen die uitsluitend kunnen worden gevolgd als een arbeidsovereenkomst is aangegaan, bijvoorbeeld een opleiding tot huisarts, gezien worden als inzetbaarheidskosten.

In de voorliggende casus hebben de door werknemer gevolgde cursussen, workshops en trainingen betrekking gehad op de volgende onderwerpen: ‘kleurenanalyse’, ‘open communicatie’, ‘krachtig leiderschap’, ‘creativiteit en innovatie’, ‘inzicht en invloed’, ‘veranderprocessen’, ‘het nieuwe werkoverleg’, ‘appreciative inquiry’ en ‘Lean Six Sigma Greenbelt’. Het betreffen - behoudens de kleurenanalyse - onderwerpen die, verdiepend en verbredend, opleiden tot kennis en/of vaardigheden die (ook) van waarde zijn voor het werk in de eigen functie bij werkgever en derhalve niet alleen voor functies buiten de eigen functie bij werkgever.

De ontwikkeling van werknemer middels genoemde cursussen, workshops en trainingen heeft derhalve (ook) plaatsgevonden ten behoeve van werkgever die, blijkens haar statuten, (ook) tot doel heeft het detacheren van overheidsmanagers ten behoeve van een flexibele overheid.

Nu de cursussen, workshops en trainingen ook hebben geleid tot een bredere inzetbaarheid van werknemer bij werkgever, is van inzetbaarheidskosten (als bedoeld in de parlementair geschiedenis en het eerste deel van de Nota van Toelichting) geen sprake.
Eenvoudig geconcludeerd kan worden dat er ook geen sprake is geweest van enige leer-/werkovereenkomst die, conform de uitbreiding van het begrip inzetbaarheidskosten in de Nota van Toelichting, voldoet aan de criteria van artikel 4 lid 1 en 2 van het Besluit.

Opleiding
Interessant in deze uitspraak is de discussie of er gesproken kan worden van een opleiding en wat dan de definitie van ‘opleiding’ zou moeten zijn. De rechter geeft aan dat de enkele omstandigheid dat de wetgever geen criteria heeft gegeven waaraan een opleiding moet voldoen, niet betekent dat daaraan geen eisen moeten worden gesteld.

In artikel 4 lid 2 sub a van het Besluit wordt verwezen naar de beroepsbegeleidende leerweg, in sub b naar duale opleidingen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en het voorbeeld dat, ten aanzien van artikel 4 lid 2 sub c in de Nota van Toelichting is genoemd, betreft de opleiding tot huisarts.
 

Het betreffen opleidingen die behoren tot het 'wettelijk gereguleerd onderwijs'. Bij beantwoording van de vraag of sprake is van een 'opleiding' in de zin van het Besluit zal daar dan ook aansluiting bij gezocht moeten worden.
Onder het 'wettelijk geregelde onderwijs', valt:

  • het bekostigde (beroeps-)onderwijs, zijnde regulier onderwijs, verzorgd door een instelling die volledig en rechtstreeks uit de openbare kassen wordt bekostigd;
  • het aangewezen onderwijs, onderwijs verzorgd door een instelling die op grond van de Wet is aangewezen, maar niet (volledig) uit de openbare kassen worden bekostigd, bijvoorbeeld Hogescholen;
  • het erkende onderwijs, onderwijs dat bij of krachtens de Wet op de erkende onderwijsinstellingen een erkenning heeft verkregen.

Gesteld noch gebleken is dat het ‘managementontwikkelingsproject’ van werkgever valt onder één van de categorieën wettelijk geregeld onderwijs. Van een 'opleiding', in de zin van artikel 4 lid 2 sub c van het Besluit, is derhalve volgens de kantonrechter geen sprake.

De kantonrechter sluit vervolgens af met de opmerking dat een ruimere invulling van het begrip 'opleiding' ook in strijd zou zijn met het systeem van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Immers de transitievergoeding, voor alle werknemers die aan de voorwaarden van artikel 7:673 BW voldoen, is één van de belangrijke pijlers van de WWZ. Als vervolgens ruimhartig met de uitzonderingen die de wetgever daarop heeft geformuleerd wordt omgegaan, wordt aan het uitgangspunt van de te betalen transitievergoeding ernstig afbreuk gedaan.

Heeft u vragen over of inzetbaarheidskosten in mindering gebracht mogen worden op de transitievergoeding, dan hopen wij dat bovenstaande uiteenzetting u wellicht een antwoord heeft gegeven en anders staan wij u uiteraard graag nader te woord!

Bekijk het nieuwsoverzicht